De fabriek van Schörling is rond 1920 voortgekomen uit de werkplaats van het trambedrijf van Hannover. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in de bouw van werkwagens voor trambedrijven. Vooral de railreinigers van Schörling voldeden in de praktijk goed en zijn internationaal aan veel trambedrijven verkocht. Vanaf ongeveer 1965 is men zich gaan toeleggen op aangepaste vrachtauto's die ook over de rails kunnen rijden. Onder de naam Bucher-Schörling bestaat het bedrijf nog steeds.

De railreinigers van de RET zijn in feite grote stofzuigers. De beide neuzen zijn watertanks. Tijdens het reinigen wordt er water op de rails gesproeid. Twee beitels hakken het vuil uit de railgroeven. Via twee zuigmonden en een krachtige motor-zuigcombinatie wordt het vuil opgezogen en in de wagen verzameld.

De twee wagens van de RET waren een zogenaamd standaardprodukt van Schörling, d.w.z. een confectietram die in dezelfde vormen ook aan andere trambedrijven geleverd is. Onder andere Dresden en Kopenhagen hadden identieke wagens. De trambedrijven konden wel eigen onderdelen toeleveren. Zo zijn bij de RET 2201-2202 de Siemens-schakelkasten, de motoren, de stroomafnemers, de Brose-koplampen en de koppelingen door de RET toegeleverde delen. Qua onderhoud was dat gemakkelijker want zo hoefde men in de werkplaats geen aparte onderdelen voor deze wagens op voorraad te houden.

Schörling heeft in ongeveer 40 jaar tijd drie basistypes railreinigers gehad.

De RET-wagens behoren tot het oudste type: twee neuzen, oorspronkelijk vier vensters.

Het laatste type railreiniger van na pakweg 1950 had geen neuzen. In de zijwand zaten drie grote panelen naast elkaar. Dit type had Amsterdam, de Belgische buurtspoorwegen NMVB en veel Duitse bedrijven waaronder Nürnberg en Karlsruhe. Het Amsterdamse exemplaar is bewaard en bevindt zich in de collectie van het Openluchtmuseum in Arnhem.

Tussen de twee types heeft een overgangstype gezeten; wel met neuzen maar voorzien van een moderne wagenbak met de drie panelen van type 3. Kopenhagen had als tweede railreiniger zo'n nalevering van de overgangsreeks. Die wagen is later samen met de oudere wagen van Kopenhagen (type 1) aan Alexandrië verkocht.

De Rotterdamse wagens waren oorspronkelijk helemaal groen met rode cijfers en opschriften en het oude rode ronde RET-embleem. Ook hadden de wagens oorspronkelijk een zichtbaar tondak, de vier pseudoraampjes in de zijwand waren gewoon zichtbaar.